Als opener voor het nieuwe jaar komt de Oost-Vlaamse schrijver Eriek Verpale (°1952) voorlezen uit, en vertellen over zijn werk.
Eriek Verpale werd op slag een literaire beroemdheid toen hij na het uitbrengen van zijn roman ‘Alles in het klein’ (1990) enige tijd later de NCR-prijs kreeg. De lezers reageerden verrast en vertederd door de manier waarop Verpale hen in zijn wereldje liet binnenkijken.
Beïnvloed – ja, gefascineerd door zijn deels Joodse achtergrond en door een onbestemde heimwee naar de Slavische cultuur –en literatuur- maar ook door het typische bestaan in de arbeiderswijken rond het Kanaal Gent-Terneuzen, waar Verpale soms thuis geeft, of door het rauwe hotsebotsen langs het Vlaamse en omliggende land, met bijhorende al dan niet in de hand gehouden liefdes –de ene al wat geïnstitutionaliseerder dan de andere- , trekt Verpale – faut le faire: tegelijk vrolijk en droefgeestig - een rode draad doorheen zijn hele, onderling toch zeer verscheiden oeuvre.
Naast ‘Alles in het Klein’ vermelden we zeker de (later ook verfilmde) theatermonoloog‘Olivetti 82’ als absoluut hoogtepunt in zijn werk.
Verder schreef Eriek Verpale o.m. vele gedichten (o.a. gecompileerd in ‘Nachten van Beiroet’), de roman ‘Gitta’, de zgn. ‘nagelbrieven’-bundel ‘De patatten zijn geschild’, de theatermonologen ‘Grasland’, ‘Voor u geknipt’ en de Poesjkin-bewerking ‘Tatjana’, en het half-fictionele, half-documentaire prozawerk ‘Katse Nachten’.
Zijn jarenlange vriendschap en samenwerking met dichter Luuk Gruwez resulteerden o.a. in het autobiografische ‘Onder vier ogen’.
Zoals Eriek Verpale organisch schrijft wil hij uitdrukkelijk uw en zijn avond in Rood-Wit ook zo organisch mogelijk opbouwen. Aan het begin van beide sets zal een kort interview door Kris Verellen van De Boog dan ook telkens het verrassende vertrekpunt zijn voor wat hij ons op onnavolgbare wijze uit zijn werk zal voorlezen.